Je maakt het klaar in: 30 minuten
Dit heb je nodig voor: 2 personen
- 1/2 (biologische) knolselderij
- 1/2 (biologische) groene of savooiekool
- 700 ml water
- 1 el groentebouillonpoeder
- 60 gr blauwe schimmelkaas
- 50 gr boter
- 1 thl kurkuma
- 100 ml (plantaardige) melk
- 1 el speltbloem
- olie om in te bakken
Zo maak je het:
Breng het water aan de kook en voeg de bouillonpoeder toe.
Snijd twee dikke plakken van de knolselderij (ongeveer 180 gr per stuk), en verwijder de schil. Leg de beide plakken in de kokende bouillon en kook ze 5 minuten of tot de gewenste gaarheid.
Snijd ondertussen 4 mooie bladeren van de groene kool en snijd het overige deel in smalle repen (ongeveer 400 gr). Was de kool en laat het uitlekken in een vergiet.
Haal de knolselderij uit de bouillon en kook de koolbladeren 3 minuten, hierna doe je de koolreepjes erbij. Kook tot de gewenste gaarheid.
Smelt ondertussen de boter in een klein pannetje en voeg de kurkuma en bloem toe; roer het goed door en laat het even garen.
Voeg 30 gr kaas, melk en 100 ml bouillon toe en maak er een mooie saus van.
verhit 1 el olie in een pan en bak de knolselderijplakken en bestrooi ze met peper.
Stort de groene kool in een vergiet en leg de uitgelekte kool bladeren op de borden met de koolreepjes. Leg hierop de knolselderij met de overgebleven kaas.
Giet de saus erover en serveer direct.